Ciao!
 
 
 
 
 
Naturalmente che puoi 
Questo non è vero 
Questo è un ottimo libro 
Questa torre è altissima 
Prendo un tè al limone 
Prima di tornare a casa 
Ci sono bei quadri 
in quel museo 
C'è pane,  ma non c'è vino 
Sì, grazie, ne prendo volentieri un po' 
Natuurlijk mag je dat 
Dit is niet waar 
Dit is een zeer goed boek 
Deze toren is zeer hoog 
Ik neem (een) thee met citroen 
Alvorens naar huis terug te gaan 
Er zijn mooie schilderijen 
in dat museum 
Er is brood, maar er is geen wijn 
Ja, dank u, ik neem er graag wat van 
 
 
 
 
Signore? Sì, che c'è?
Come sta? 
Vado a fare una passeggiata 
Purtroppo non ho tempo adesso 
Meneer? Ja, wat is er? 
Hoe maakt u het? 
Ik ga een wandeling maken 
Ik heb nu geen tijd helaas 
 
 
È proprio così 
C'è posta per me? 
La prego di non fumare 
Devo partire: vi saluto 
Ho una cara amica,
le scrivo spesso 
Ecco dei libri: quali preferisci? 
Ho una novità da raccontarti 
Devo telefonargli subito 
Voglio bere un po' di latte 
Zo is het 
Is er post voor mij? 
Ik verzoek u niet te roken 
Ik moet vertrekken: ik groet jullie (u) 
Ik heb een lieve vriendin: 
ik schrijf haar dikwijls 
Hier zijn boeken: welke verkies jij? 
Ik heb je een nieuwtje te vertellen 
Ik moet hem onmiddellijk opbellen 
Ik wil een beetje melk drinken 
 
 
 
 
Che succede qui? 
Avete già mangiato? 
Io sono stato a Roma 
Le faccio strada 
Da questa parte 
Un momentino, accendo la luce 
Permette 
Il piacere è tutto mio 
Che cosa preferisce? 
Prendo volentieri ... 
Lei ha portato con sé il bel tempo 
Dorma bene, signor Smit! 
Infatti 
Si figuri! 
No, aspetti! 
Non c'è più tempo 
Il conto, per piacere 
Wat gebeurt hier? 
Hebben jullie al gegeten? 
Ik ben in Rome geweest 
Ik ga u voor 
Deze kant op 
een ogenblikje, ik doe het licht aan 
Staat u mij toe 
Het genoegen is geheel aan mij 
Waaraan geeft u de voorkeur? 
Ik neem graag ... 
U heeft mooi weer meegebracht 
Slaapt u wel 
inderdaad 
Verbeeldt u! 
Nee, wacht! 
Er is geen tijd meer 
Afrekenen, alstublieft 
 
 
 
La traduzione è ben fatta 
Chi va piano,
va sano e va lontano! 
Se non è vero,
è ben trovato 
La prego di parlare più lentamente 
C'era una volta un re 
De vertaling is goed gemaakt 
Wie langzaam gaat,
gaat gezond en ver! 
Ook al is het misschien niet waar,
dan is het toch goed gevonden 
Ik verzoek u langzamer te spreken 
Er was eens een koning 
 
 
Chi si vede! 
Hai fatto bene 
Stammi a sentire 
ti racconto le mie avventure 
Un  mese fa 
A prima vista 
Lasciami parlare! 
Ma io scherzo! 
Stupendo 
d'accordo! 
Ne sono lusingato 
Il sole è tornato 
Kijk, kijk! 
Daar heb je goed aan gedaan 
Luister naar mij (moet je horen) 
ik vertel je mijn avonturen 
Een maand geleden 
Op het eerste gezicht 
Laat mij uitspreken! 
Ik maak maar gekheid! 
Prachtig, wonderschoon 
akkoord, goed! 
Ik ben er door gevleid 
De zon schijnt weer 
 
 
A che ora potrei venire? 
Avremo bel tempo? 
Pioverà? 
Nebbia 
Come va? 
Dov'è il bagno? 
Potrebbe ...? 
Saprebbe ...? 
Vorrei ... 
Posso ...? 
Scusi, posso chiederLe qualcosa? 
Hoe laat kan ik langskomen? 
Wordt het mooi weer? 
Gaat het regenen? 
Mist 
Hoe gaat het er mee? 
Waar is het toilet? 
Wilt u ...? 
Weet u ...? 
Ik wil graag ... 
Mag ik ...? 
Mag ik wat vragen? 
 
la metà
de helft
il doppio
tweemaal
 
 
Sì certo 
No, mi dispiace 
Va bene 
Forse 
Grazie 
Molto gentile 
Scusi 
Mi scusi 
Che gioia! 
Non mi piace 
Ja, natuurlijk 
Nee, het spijt me 
Dat is goed 
Misschien 
Dank u wel 
Erg vriendelijk van u 
Pardon 
Neemt u mij niet kwalijk 
Heerlijk! 
Ik houd niet van 
 
 
Come? 
Mi capisce? 
Permette che mi presenti? 
Mi chiamo ... 
Piacere 
Lei, di dov'è? 
È molto che sta qui? 
Quanto tempo rimarrà? 
Che freddo oggi! 
Cosa bevi? 
Non fumo 
Hai qualcosa da fare stasera? 
Wat zegt u? 
Begrijpt u mij? 
Mag ik mij even voorstellen? 
Ik heet ... 
Aangenaam 
Waar komt u vandaan? 
Bent u hier al lang? 
Hoe lang blijft u hier? 
Wat is het koud vandaag! 
Wat wil je drinken? 
Ik rook niet 
Heb je vanavond iets te doen? 
 
 
 
Beviamo qualcosa? 
Sì, va bene 
È una buona idea 
Purtroppo non ho tempo 
Mi piace stare con te 
Quando ti rivedrò? 
Grazie di tutto 
Tante belle cose 
Vorrei rivederti 
Zullen we iets gaan drinken? 
Ja, dat is goed 
Goed idee 
Ik heb geen tijd 
Ik vind het fijn om bij je te zijn 
Wanneer zie ik je weer? 
Bedankt voor alles 
Ik wens je het allerbeste 
Ik zou je graag nog eens terugzien 
 
 
 
 
 
 
È libero questo posto? 
Cosa è questo? 
Cin cin 
Ci porti il conto 
È stato ottimo 
Is deze plaats vrij? 
Wat is dit? 
Proost! 
De rekening aub 
Het was voortreffelijk 
 
 
 
È questa la strada per ...? 
Dove va? 
Dove va questo treno? 
Questo treno si ferma a ...? 
Dove siamo? 
Devo scendere adesso? 
Is dit de weg naar ...? 
Waar gaat u naar toe? 
Waar gaat deze trein naar toe? 
Stopt deze trein in ...? 
Waar zijn we hier? 
Moet ik er hier uit? 
 
 
 
 
Pronto, chi parla?
Hallo, met wie spreek ik?
 
 
Pronto, ciao Carla. Come stai? 
Benissimo, grazie, e tu? 
Bene, grazie 
Ciao! 
Hallo, Carla. Hoe gaat het met je? 
Uitstekend, dank je, en met jou? 
Goed, dank je 
Gegroet! 
 
 
 
Pronto, sono ... 
Parlo a ...? 
Il mio nome è ... 
Il mio numero è ... 
Hallo u spreekt met ... 
Spreek ik met ...? 
Mijn naam is ... 
Mijn nummer is ... 
 
 
 
 
Vogliamo andare a ... 
We willen naar ... 
 
 
 
Aiuto! 
Al fuoco! 
Presto! 
Attenzione! 
Mi potrebbe aiutare? 
Dov'è l'uscita di emergenza? 
Chiami i pompieri! 
Dov'è un telefono? 
Help! 
Brand! 
Snel! 
Pas op! 
Wilt u mij helpen? 
Waar is de nooduitgang? 
Bel de brandweer! 
Waar is een telefoon? 
 
 
 
 
Qualcuno è caduto nell'acqua 
Potrei sapere il Suo nome 
e il Suo indirizzo? 
Er is iemand in het water gevallen 
Mag ik uw naam 
en adres weten? 
 
Brief:
 
Mio caro Roberto,
...
Tanti saluti da parte mia,
 
 
Quanto costa? 
Bene, d'accordo 
Ecco 
Ecco il denaro
Come va? 
Mi chiamo Paolo
Lei, come si chiama? 
Piacere 
Lei, di dov'è? 
Sono olandese. 
Che freddo oggi! 
Fa bello, vero? 
Dipingo 
Sono pittore. 
Volentieri 
Posso ...? 
Vorrei ... 
E poi ... 
Sì, va bene 
Eccolo! 
I tuoi occhi sono bellissimi 
Che bello! 
Che gioia! 
È stato un piacere 
Vengo spesso qui 
Ti piace? 
Tante belle cose 
Stia bene! 
Hoeveel kost het? 
Goed, akkoord 
Hier is 
Hier is het geld 
Hoe gaat het er mee? 
Ik heet Paolo
Hoe heet u? 
Aangenaam 
Waar komt u vandaan? 
Ik ben Nederlander 
Wat is het koud vandaag! 
Lekker weer, hè? 
Ik schilder 
Ik ben schilder 
Graag 
Mag ik ...? 
Ik wil graag ... 
En dan ... 
Ja, dat is goed 
Daar is hij! 
Je hebt zulke mooie ogen 
Wat leuk/mooi! 
Heerlijk! 
't Was me een waar genoegen 
Ik kom hier vaak
Bevalt het jou? 
Ik wens je het allerbeste 
Houdt u goed! 
 
 
 
In bocca al lupo! 
Eccomi! 
Non ho abbastanza denaro 
Preferisco
la guancia, le guance 
Grazie tante 
Quanti anni hai? 
È molto che sta qui? 
Scusi 
Dimmi, 
Fammi un favore 
la vedo 
Sì certo 
Hou je haaks! Sterkte!
Daar ben ik! 
Ik heb niet genoeg geld 
Ik wil liever
de wang, de wangen 
Hartelijk dank 
Hoe oud ben je? 
Bent u hier al lang?
Pardon 
Zeg me ('ns), 
Doe me een genoegen 
ik zie haar 
Ja, natuurkijk 
 
 
No, mi dispiace 
D'accordo 
Mi piace molto 
Nee, het spijt me 
Akkoord 
Het bevalt mij zeer 
 
 
 
 
Ecco signore, a destra 
Ecco signore, a sinistra 
Non è lontano 
Bisogna ... 
Bisogna aspettare un momento 
Prego 
Hier, mijnheer, rechts 
Hier, mijnheer, links 
Het is niet ver 
Men moet, het is nodig ... 
Even wachten 
Alsjeblieft!
 
 
 
 
Le porto il vino 
C'è un posto libero 
per favore, una birra 
Cameriere, una birra, per favore 
per favore, la carta 
Desidero ... 
un fiasco di vino 
Un bicchiere di vino rosso, per favore 
No basta. Grazie 
Cameriere, pagare 
Quanto fa? 
Quanto devo? 
Cameriera, il conto, per favore 
Ecco mille lire 
Ecco il denaro 
Va bene così 
Le piace questo film? 
Ik breng u/haar de wijn
Er is een plaats vrij 
Graag een bier 
Ober, een bier graag 
Graag de menukaart 
Ik wil graag ... 
een fles wijn 
Een glas rode wijn, alstublieft 
Nee, dat is alles. Dank u 
Ober, betalen 
Hoeveel is het? 
Hoeveel ben ik u schuldig? 
Juffrouw, de rekening alstublieft 
Hier is duizend lire 
Hier is het geld 
Zo is het goed. Laat u maar zitten 
Bevalt u/haar deze film? 
 
 
 
 
L'acqua è pulita 
La spiaggia è sporca 
Allora? 
Vorrei andare alla stazione 
Quale autobus devo prendere? 
Per favore, dov'è 
la fermata dell'autobus? 
Devo cambiare? 
Sì, alla prossima fermata 
Per favore, quando devo scendere? 
Mi piace molto 
Potrebbe informarmi? 
Bene, d'accordo 
Le auguro ... 
Un momento, prego 
Het water is schoon 
Het strand is vuil 
En? 
Ik wil naar het station gaan 
Welke bus moet ik nemen? 
Waar 
is de bushalte? 
Moet ik overstappen? 
Ja, bij de volgende halte 
Alstublieft, wanneer moet ik uitstappen? 
Het bevalt mij zeer 
Kunt u mij informeren? 
Goed, akkoord 
Ik hoop dat u ... 
Een moment, alstublieft 
 
 
Davvero 
Soprattutto 
Hai certamente ragione 
Ecco qua, va bene ora? 
E ora ... 
Non lo so ancora, perchè ho tanto da fare 
Mi dispiace. Mi dispiace molto 
Non è vero? 
Straordinario 
Sì, è vero 
Waarachtig 
Vooral 
Je hebt zeker gelijk 
Hier, is dat alles? 
En nu ... 
Ik weet het nog niet, want ik heb zoveel te doen 
Het spijt me. Het spijt me zeer 
Nietwaar? 
Verbazingwekkend 
Ja, dat is waar 
 
 
Racconti, mi interessa molto 
Ed ecco 
Ma ora ... 
Nell'attesa di rivederti 
ti invio molti cordiali saluti, 
Con sincera amicizia, 
Cari saluti, 
Sì, ma non troppo 
Ad un tratto ... 
Giochiamo a scacchi 
Eccellente 
Vertel, het interesseert me zeer 
En hier 
Maar nu ... 
In de verwachting je weer te zien 
zend ik je vele hartelijke groeten, 
Met oprechte vriendschap, 
Met vriendelijke groeten, 
Ja, maar niet te veel 
Ineens ... 
Wij spelen schaak 
Uitstekend 
 
 
 
Non fa niente! 
Non ho visto niente 
Non fa nulla 
Sto bene 
Stai meglio 
Si dà il film 
Due ore fa 
Het is niets 
Ik heb niets gezien 
Het is niets 
Met mij gaat het goed 
Met jou gaat het beter 
Men draait de film 
Twee uur geleden 
 
 
 
 
 
Noi, invece 
Alla Sua salute! 
Ho mangiato di gusto 
Mi siedo 
Wij, daarentegen 
Op uw gezondheid! 
Ik heb met smaak gegeten 
Ik ga zitten 
 
 
 
Ecco, si serva pure 
No, anzi 
.., anzi benissimo 
Io non fumo, neanche mia sorella fuma 
Io non ho fame, e tu? Nemmeno io 
Non credo affatto a quelle storie 
Non ti sta mica male 
Sì, sicuro 
Siete alquanto distratti 
Quelle cose succedono dappertutto 
Alstublieft, bedient u zich maar 
Nee, integendeel 
.., heel lekker zelfs 
... mijn zuster rookt evenmin 
... ik ook niet, evenmin 
Ik geloof absoluut niet in die verhalen 
Dat staat je helemaal niet slecht 
Jazeker 
Jullie zijn een beetje verstrooid 
Die dingen gebeuren overal 
 
 
Sì, lo so 
Lo puoi ben dire! 
Che vuoi di più! 
Lo spero 
Ja, ik weet het 
Zeg dat wel! 
Wat wil je nog meer!
Ik hoop het 
 
 
 
vanaf 1200
 
il duecento 
l'ottocento 
(vanaf 1200) 
(vanaf 1800) 
13de eeuw 
19de eeuw 
 
 
 
 
il mille
Het jaar 1000
il duemila
Het jaar 2000
 
Ne vengo adesso!
Ik kom er juist vandaan!
 
 
 
Talvolta andiamo al cinema 
Mi alzo presto 
A presto! 
Soms gaan we naar de bioscoop 
Ik sta vroeg op 
Tot spoedig! 
 
 
 
Basta che arriviamo 
prima di notte 
Sbagliando s'impara 
Sta bene, fa pure 
Glielo auguro di cuore 
Ognuno ha i suoi difetti 
Chiunque farebbe la stessa cosa 
Nessuno conosce l' avvenire 
Nessun uomo è infallibile 
Non c'è nessun dubbio 
Non c'è più niente da fare 
Als we maar voor donker aankomen 
(het is voldoende dat) 
(Al fouten makende leert men) 
Dat is goed, ga je gang (doe het maar) 
Ik wens het u van harte toe 
Iedereen heeft zijn gebreken 
Iedereen zou hetzelfde gedaan hebben 
Niemand kent de toekomst 
Geen enkel mens is onfeilbaar 
Er is geen enkele twijfel 
Er is niets meer aan te doen 
 
 
 
Conosce alcuni di noi 
Nessuno vuole questo 
Nessun uomo è perfetto 
Hij kent enkelen van ons 
Niemand wil dit 
Geen mens is volmaakt 
 
Non l'ho più visto 
Non ho fatto niente 
Non lo sapremo mai 
Neppure il professore lo sa 
Non mi ha detto né sì né no 
Non lo so mica, io 
Ik heb hem niet meer gezien 
Ik heb niets gedaan 
We zullen het nooit weten 
Zelfs de leraar weet het niet 
Hij heeft me ja noch nee gezegd 
Ik weet het waarachtig niet 
 
 
Allora, 
stando così le cose, 
vorrei dire la mia. 
Che Gliene pare? 
Tutto è a posto 
Peccato! 
Sei sempre lo stesso! 
Non cambierai mai! 
Nu dan, 
zoals de zaken nu staan (staande), 
ik zou er het mijne over willen zeggen 
Wat vindt u daarvan? 
Alles is voor elkaar 
Wat jammer! 
Je bent nog altijd dezelfde! 
Je verandert nooit! 
 
 
 
Oggi o domani 
Parti oppure rimani? 
Questo libro è bello, ma è caro 
Era gia notte, però la luna splendeva 
Penso, dunque sono 
La giornata è bella, quindi usciamo 
Ero malato, perciò non potevo venire 
Vandaag of morgen 
Vertrek je of blijf je? 
Dit boek is mooi, maar het is duur 
Het was al nacht, maar de maan scheen 
Ik denk, dus ik ben 
Het is een mooie dag, dus gaan we uit 
Ik was ziek, daarom kon ik niet komen 
 
 
 
 
Credo che venga 
Ti aiuterò, finché vivrò 
Ti chiedo se hai capito 
Ik geloof dat hij komt 
Ik zal je helpen, zolang ik leef 
Ik vraag je of je het begrepen hebt 
 
 
 
 
Fa' attenzione 
Non importa, 
Non si disturbi! 
Senz'altro 
La ringrazio 
Per Lei va bene? 
Altrettanto 
Pas op 
Het geeft niet, is niet belangrijk 
Doet u geen moeite! 
Zeker, ongetwijfeld 
Ik dank u 
Schikt u dat? 
Insgelijks 
 
 
 
 
È in casa il signor Clinton? 
Entri, per favore! 
Se non La disturbo 
Sei proprio un amore 
Sei sempre lo stesso! 
Non cambierai mai!  
ArrivederLa
Is meneer Clinton thuis? 
Komt u binnen alstublieft! 
Als het niet lastig is 
Je bent werkelijk een schat 
 Je bent nog altijd dezelfde! 
Je verandert nooit! 
Tot ziens 
 
 
 
 
 
 
 
 
offendo 
sorprendo 
rado 
muoio 
muovo 
produco 
riduco 
resisto 
salgo 
riesco 
tendo 
ik beledig 
ik verras 
ik scheer 
ik sterf 
ik beweeg 
ik breng voort 
ik herleid 
ik bied weerstand 
ik klim, stijg 
ik ga weer uit, slaag 
ik span, ben geneigd 
 
 
 
intendo 
depongo 
risolvo 
rispondo 
traduco 
traggo 
attraggo 
prevedo 
appaio 
fuggo 
divengo 
ik ben van plan 
ik leg neer 
ik los, helder op 
ik antwoord 
ik vertaal 
ik trek 
ik trek aan 
ik voorzie 
ik verschijn 
ik vlucht 
ik word 
 
 
 
 
vinco 
colgo 
scelgo 
conduco 
cuocio 
discuto
esprimo 
cado 
cresco 
nasco 
rompo 
rido 
ik win 
ik pluk 
ik kies 
ik leid 
ik kook 
ik bespreek 
ik druk uit 
ik val 
ik groei 
ik word geboren 
ik breek 
ik lach 
 
 
Vita Nuova
Dante Alighieri
 
Spesse fiate vegnonmi a la mente
le oscure qualità ch'amor mi dona,
e venmene pietà, sì che sovente
io dico: "lasso!, avviene elli a persona?";
ch'Amor m'assale subitanamente,
sì che la vita quasi m'abbandona:
campami un spirto vivo solamente,
e que'riman, perchè di voi ragiona.
Poscia mi sforzo, chè mi voglio atare;
e così smorto, d'onne valor voto,
vegno a vedervi, credendo querire:
e se io levo li occhi per quardare,
nel cor mi si comincia uno tremoto,
che fa de' polsi l'anima partire.
 
 
 
Back to Ciao!
Ante Wessels

Vitanova
Poetry, Stories & Visual Art
Free Language Course Italian
Linux